Deel 6 in deze serie. Lees hier de andere delen: deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5.
Bijna tien jaar lang heb ik mooi weer gespeeld, de schijn opgehouden en nooit enige argwaan gewekt dat mijn relatie met ex er een was met veel ruzie en geestelijk en lichamelijk geweld. Na al deze jaren vraag ik me soms nog steeds af hoe het mogelijk is dat niemand, zelfs mensen die mij heel goed kenden, vragen heeft gesteld.
De politiemannen die mij op straat hebben gered brengen me naar mijn vader. Ze vertellen wat ze hebben gezien en gedaan en daarna vertrekken ze weer, maar niet zonder eerst een afspraak voor de aangifte te maken.
Ik ben een hoopje ellende, ik heb heel veel verdriet en ben tegelijkertijd blij dat het voorbij is. Daarnaast ben ik ook nog bezig met ex. Ik vind het zielig voor hem, maak me zorgen over hoe het met hem verder moet. Die gedachten heb ik nog lang, maar door er veel over te praten ga ik uiteindelijk inzien dat ex niet zielig is. Mijn vader helpt me goed en doet en zegt de juiste dingen.
Ik slaap die eerste avond in het bed van mijn moeder, naast mijn vader, omdat ik niet alleen durf te slapen. De volgende dag gaan we 's middags naar het hoofdbureau van de politie in Rotterdam waar ik aangifte doe. Op dinsdag komt er al een mevrouw van Slachtofferhulp langs en doe ik nogmaals mijn verhaal. In het begin komt ze wekelijks en praten we veel over wat er is gebeurd de afgelopen jaren. Door de gesprekken met haar ga ik steeds meer inzien dat ik het niet had kunnen voorkomen. En dat het niet mijn schuld is dat ik ben mishandeld.
Ik ben veilig bij mijn vader en iedere dag vertel ik hem iets meer over alle dingen die ik heb meegemaakt. Er zijn avonden waarop we tot ver na middernacht praten. Over mij, over ons gezinsleven, over mijn moeder. De band met mijn vader is in die tijd ontzettend sterk geworden en is dat nu nog steeds.
Ex zit een aantal dagen vast en duikt dan ineens op bij vrienden van mij. Die bellen mij op - bij mijn vader - en reageren heel verbaasd wanneer zij mijn kant van het verhaal horen. Ze zetten ex meteen weer buiten. Ex zoekt een ander logeeradres, ik weet niet waar hij is, ergens in Amsterdam.
Ex stuurt brieven en bloemen. De brieven lees ik niet, de bloemen gaan naar de buren. Ik informeer mijn vrienden en kennissen. Ook heb ik een afspraak met de bedrijfsarts die constateert dat ik voorlopig niet kan werken.
Er komt een rechtszaak. Ik ben hier niet bij, mijn vader, een vriendin en mijn slachtofferhulpmevrouw gaan wel. Ik sta nog niet stevig genoeg in mijn schoenen om ex te zien.
Ik heb een schriftelijk verslag en de uitspraak van de rechtszaak gevonden in een van mijn dossiermappen. Mijn vader heeft alles zo gedetailleerd mogelijk opgeschreven. Ik heb er een aantal passages van overgenomen:
De rechter leest een gedetailleerde dagvaarding voor: Wat is uw reactie? Ik herinner me niet veel.
U heeft N. mishandeld? Yes
Hoe kijkt u er nu tegenaan? What I did was terrible.
Het is nogal grof gegaan. I know.
En dat jegens een slachtoffer dat zich niet kon verdedigen. Er was duidelijk sprake van fysiek overwicht.
U ontkent regelmatige mishandeling.
Nu dan .. september. De aanleiding. U krijgt een brief van uw broer met de suggestie dat u niet goed omging met N. en meer van streek makende opmerkingen. N. had kennelijk een betere relatie met uw familie dan u.
U heeft de foto's van N. gezien? Yes.
U zegt als een wildeman tekeer te zijn gegaan. U zegt haar zwaar mishandeld te hebben. Yes
Heeft u excuses gemaakt. Heeft u geschreven? Yes, maar ik weet niet of de brieven zijn aangekomen.
Ik kan me ook voorstellen dat N. geen enkel contact meer met u wil.
De officier voegt gooien met een bierfles toe aan tenlastelegging.
De advocaat sputtert wat tegen maar gaat dan toch akkoord.
Officier: U heeft gegooid met een bierfles? Yes.
Wat was uw bedoeling? Geen bedoeling om te raken.
Waar kwam de fles terecht? Muur, linksboven hoofd. Afstand ongeveer one foot, two feet.
Rechter vraagt naar de arrestatie. Ik werd getrapt en trapte terug.
Als u aangehouden wordt door de politie moet u gewoon rustig meegaan.
De officier houdt heel mooi geformuleerd verhaal. Geen desastreuze dag, maar een hele zwarte periode. Wederspannigheid bij aanhouding. Bierfles niet zomaar gegooid. Langdurige mishandeling, N. had kunnen doodgaan, zwaar lichamelijk letsel toegebracht. U zegt zelf dat u behaved like a raging bull.
Rechter: hij is een first offender maar voor de maatschappij en het slachtoffer wil ik afkeuring laten zien.
Advocaat: het verdrongen geweld uit de jeugd van meneer komt nu tot uiting. Is te behandelen. Hij ziet dat hij als mens zo niet verder kan.
Rechter: bewezen: verzet tegen politie en zware mishandeling.
De straf:
-140 uur dienstverlening ipv 3 maanden detentie, 4 dagen = 8 uur aftrekken ivm voorarrest
-voorwaardelijk 2 maanden
- fl xx binnen 5 maanden aan het slachtoffer terugbetalen.
Helaas kon de rechter ex niet veroordelen voor de jarenlange kwellingen en misdragingen. Dat had alleen gekund als er bewijs was, getuigenverklaringen, eerdere aangiftes een een dossier.
Mijn leven gaat door. Ik verkoop mijn huis, mijn spullen gaan in de opslag bij een kennis van mijn vader. Ex mocht zijn spullen, onder toeziend oog van mijn vader en een politieagent, uit mij huis halen.
Na een half jaar ben ik weer een beetje opgekrabbeld en krijg ik steeds meer zin in het leven. Ik ga weer werken en ook op zoek naar een nieuwe woning. Die vind ik en samen met mijn vader ga ik klussen zodat het huis helemaal naar mijn zin is. In het voorjaar verhuis ik en ga ik, voor het eerst in mijn leven, op mezelf wonen.
Ik ben nog lang aan het bijkomen van deze nare en zware periode in mijn leven. Toch geniet ik ook met volle teugen van mijn nieuwe leven. Ik ga uit, leer nieuwe mensen kennen, haal banden met mensen van vroeger aan en ga op reis naar Rome, New York en Londen. Iedere dag ervaar ik dat ik vrij ben, dat ik niet meer bang hoef te zijn, dat ik niet meer hoef te bewijzen dat ik iets niet heb gedaan. Ik kan mijn eigen geld aan mezelf uitgeven, ik kan thuiskomen wanneer ik wil en wegblijven wanneer ik wil. Ik ben weer vrij, en dat voelt goed. Nooit meer wil ik een jaloerse partner.
Twee jaar later kom ik T. in het uitgaansleven tegen. We spreken wat af en het klikt weer. Ik word zelfs weer verliefd! Na een half jaar weten we zeker dat we samen verder willen. En ex? Die heb ik nooit meer gezien en nooit meer wat van vernomen.